• darkblurbg

Verslag 22e seminar: toegankelijk talentonderwijs

Hoe kunnen we ons als profielorganisaties herpositioneren en onze toegevoegde waarde als expert- en netwerkorganisaties duidelijk naar voren laten komen? Welke mogelijkheden zien we voor het delen van expertise en leermaterialen buiten de eigen organisaties? Deze vragen stonden centraal in het seminar op woensdagochtend 12 april bij SLO, waarin zo’n 30 voorzitters, projectleiders en coördinatoren van profielorganisaties aanwezig waren en ook enkele betrokkenen vanuit Impuls Open Leermiddelen aansloten.

Hoe het profielenberaad begon in 2011
Pieter Hettema leidde de bijeenkomst en opende de sessie met een korte terugblik op het ontstaan van het Profielenberaad in gesprek met Jindra Divis, bestuurder SLO en één van de oprichters van het Profielenberaad in 2010. Hij lichtte toe dat er n.a.v. de PISA uit 2010 en de tegenvallende resultaten een discussie op gang kwam over het meer uitdagen van leerlingen. De profielen die zich daar toen mee bezig hielden hebben elkaar opgezocht, waaronder tweetalige onderwijs, Stichting Technasium en de Vereniging Cultuurprofielscholen en van daaruit is het Profielenberaad ontstaan. SLO ondersteunt het Profielenberaad al enkele jaren omdat de profielen waardevolle voorbeelden bieden voor hoe je als leraren zelf met het curriculum aan de slag kunt gaan. Met de ontwikkeling van een geactualiseerd curriculum, waarin doelen concreter worden beschreven, kunnen profielorganisaties een rol vervullen om via hun netwerken te kijken hoe de curriculumontwikkeling landt in de praktijk.

Het Calscollege IJsselstein met profielen als een te krappe jas
Volgens de beproefde aanpak om te starten met ‘de voeten in de klei’, nam Theo Jaspers, interim-directeur van het Calscollege in IJsselstein de aanwezigen mee in hun ontwikkeling èn de keuze om lidmaatschappen bij verschillende profielorganisaties op te zeggen. Het Calscollege IJsselstein is een school voor vmbo basis beroepsgericht t/m havo en een vwo onderbouw. Ondanks de profilering van de school op drie profielen, Technasium, Havisten Competent en Bèta Challenge, was het profiel van de school onvoldoende herkenbaar. Heldere keuzes zijn gemaakt door alle leerlingen heterogeen in de onderbouw 4 uur praktijk te bieden in drie routes: Technologie & duurzaamheid, Maatschappij & ondernemen en Mens & gezondheid. Daarbij is de werkmethode van het Technasium ingezet voor het ontwikkelen van de routes en is Havisten Competent vertaald naar Mavo Competent. Door een traject dat 1,5 jaar geleden met het voltallige team is ingezet, is er weer een lichte groei zichtbaar in het aantal leerlingen.

In reactie op dit voorbeeld gaat Pieter Hettema in gesprek met Floris Roodvoets, medewerker kwaliteit van Stichting Technasium. Hoe ga je als profielorganisatie om met een klant als het Calscollege IJsselstein die het lidmaatschap opzegt? Floris Roodvoets geeft aan dat het aandacht vraagt om scholen vast te houden door met ze in gesprek te gaan. Een belangrijke vraag voor het Calscollege IJsselstein is dan ook hoe zij invulling geven aan de kwaliteitszorg als ze geen lid meer zijn van het netwerk van Technasiumscholen. Op dit moment wordt dit op het Calscollege IJsselstein ingevuld door een projectteam dat het programma schrijft en werkt volgens een evaluatiecyclus. Er is een interne controle zonder onderdeel te zijn van een netwerk. Het is de vraag of dit op termijn vol te houden is en of de kwaliteit op deze manier net zo geborgd is als met een lidmaatschap van het Technasium. Pieter wil nog weten hoe Stichting Technasium mogelijk nog interessant kan zijn voor het Calscollege IJsselstein. Floris geeft aan dat ze op dit moment pilots draaien op verschillende niveaus en bezig zijn met een verbreding naar de profielen. Een onderscheid dat relevant is om te maken, is: ben je Technasium of heb je Technasium?

Ervaringen van Bèta Challenge en Vereniging NLT
Veel Profielorganisaties worden uitgedaagd hun meerwaarde duidelijker te tonen door druk van buitenaf (OCW en politiek) en door nieuwe onderwijskundige ontwikkelingen op scholen. Hoe gaan andere profielorganisaties om met dit soort vraagstukken?

Anne Leijenaar en Hamid Aït Oumghar van het Platform Bèta Challenge (Platform BC) lichtten toe dat Bèta Challenge ontstaan is vanuit de vraag wat er voor de gemengde en theoretische leerweg is op het gebied van technologie. Nu is het een netwerk van 40 scholen en met betrokkenheid van mbo en bedrijven. Met de ontwikkeling van het vak Technologie en Toepassing ontstond het vraagstuk wat de toegevoegde waarde van Platform BC is, omdat straks alle scholen Technologie en Toepassing (T&T) mogen gaan aanbieden als vak binnen het praktijkgerichte programma. In het nieuwe vak T&T zit enerzijds de erkenning voor de inspanningen en opbrengsten, maar daarentegen is het vak meer kennisgericht geworden en biedt het minder ruimte voor scholen die innovatief bezig willen zijn. Ook start het praktijkgerichte programma pas in leerjaar 3 en niet in de onderbouw zoals bij Bèta Challenge. Zien scholen T&T als vak (we hebben BC), of als een didactisch concept (we zijn BC)? Voor Bèta Challenge is het van belang, zo geven ze zelf aan, om het netwerk meer te profileren als een manier om je als school horizontaal te kunnen verantwoorden; borging van kwaliteit, goede projecten schrijven en goed organiseren.

De Vereniging Natuur Leven en Technologie is misschien wel anders dan de andere profielen omdat het netwerk is ontstaan vanuit de invoering van het vak NLT in de bovenbouw van havo/vwo, zo zegt Pieter Hogenbirk. 8 jaar geleden is de vereniging ontstaan om meer vakoverstijgende samenhang tussen de betavakken te realiseren en inmiddels zijn er 230 scholen waar NLT wordt aangeboden.

Kansen voor het Profielenberaad
Door de presentatie van het Calscollege IJsselstein en de daaropvolgende gesprekken met vertegenwoordigers van profielorganisaties over de vraagstukken die spelen, zijn we in groepen in gesprek gegaan over de vragen: wat is je toegevoegde waarde als profielorganisatie? Wat zou je willen delen met scholen buiten het eigen netwerk? Welke kansen zie we dan voor het Profielenberaad om samen op te pakken? Dit leidde tot de volgende inventarisatie:

  • Er kan veel van elkaar geleerd worden, zowel op het niveau van het profielenberaad als op het nieuwe van aangesloten scholen. Gezamenlijke uitwisseling is niet alleen relevant voor de aangesloten scholen, maar ook voor andere scholen (innovatiepunt).
  • Kwaliteitszorg verder blijven versterken door het delen van de kwaliteitskaders en er daarmee o.a. voor te zorgen dat de inspectie minder moeite heeft om iets te vinden van profielonderwijs.
  • Versterken van evidence-informed werken door de aanpakken vanuit de profielorganisaties beter te onderbouwen. Bv door met NRO na te denken over indicatoren of iets te werken met het Social Impact Canvas met maatschappelijke succesindicatoren.
  • Er zijn profielorganisaties die interessant voor elkaar zijn om inhoudelijk door te ontwikkelen (cross-over creativiteit/kunst en techniek).
  • Competentieontwikkeling van leerlingen: uitwisseling over de competenties waarop ontwikkeling in beeld wordt gebracht en hoe geborgd.
  • Competentieontwikkeling van leraren; uitwisselen van activiteiten en aanbod op het gebied van docentprofessionalisering en samenwerking met lerarenopleidingen (minor/master).
  • Ontwikkeling van materialen, borgen van de kwaliteit in open domein borgen, gratis voor de eindgebruiker, duurzaam model voor ontwikkeling en exploitatie moet ontwikkeld worden.
  • Kansengelijkheid en toegankelijkheid van profielonderwijs als maatschappelijke plicht. Bv. door een bezoekersregeling om de arme kant van Nederland te bereiken. Zorgen voor uitwisseling en kennisbestuiving door profielscholen onderling in verschillende wijken en profielorganisaties onderling.

Ook ligt er een kans om als profielorganisaties samen een gezamenlijke aanvraag in te dienen voor een onderzoek naar de mogelijkheden en voorwaarden om hun eigen project- en leermateriaal beschikbaar te stellen aan alle scholen in Nederland. Zo’n aanvraag kan de voorwaarden in beeld brengen waaronder dit acceptabel is, en tegelijk zicht bieden op nieuwe en bestaande functies die profielorganisaties kunnen (door-)ontwikkelen voor een grotere groep van niet-aangesloten scholen.

In de korte reflectie door Nico de Jong op de bijeenkomst waren de belangrijkste punten: het is een club waar energie in zit, waar de dilemma’s op tafel liggen en met veel gemeenschappelijke kansen. Om dit te bereiken is een goed narratief nodig om verbinding te maken met elkaar, zodat ontwikkelingen aan alle leerlingen ten goede komen.

Tenslotte hebben we afscheid genomen van drie ‘oude getrouwen’ van het Profielenberaad Henk Visscher, Wiebe Zoethout en Pieter Hettema.

Amersfoort/Almere, 10 mei 2023
Geesje van Slochteren